Spelregels voor Pesten

Iedereen speelt Pesten vaak met zijn eigen spelregels. Toch zijn er een aantal spelregels te vinden die eigenlijk altijd in het spel zitten. Op deze pagina zullen we deze regels toelichten.

Algemene regels van het spel Pesten

Het spel begint door iedere speler een gelijk aantal kaarten te delen. Meestal wordt het spel gespeeld met 7 kaarten. Wil je dat het spel iets sneller is afgelopen dan normaal, speel dan met 5 of 6 kaarten per persoon. Wil je juist wat langer doorspelen, speel dan bijvoorbeeld met 8 of 9 kaarten. Speel je met zoveel spelers waardoor de kaartenstapel op is? Je kan Pesten ook gewoon met meerdere pakjes kaarten spelen. Zo heb je plezier met de hele familie!

De overgebleven kaarten vormen de samen de trekstapel. Daarnaast wordt de bovenste kaart van de trekstapel met de voorkant naar boven naast de trekstapel gelegd. Deze kaart vormt het begin van de centrale aflegstapel. De spelers moeten nu 1 voor 1 een kaart op deze aflegstapel leggen. Het spel wordt met de klok mee gespeeld.

De spelers moeten nu om de beurt een kaart afleggen op de centrale aflegstapel. De kaart die de spelers opleggen moet in kleur of waarde gelijk zijn aan de bovenste kaart van de aflegstapel. Als de bovenste kaart bijvoorbeeld een ruiten 6 is, mag de speler die aan de beurt is alleen een andere ruiten kaart opleggen of een andere 6. Een ruiten koning kan in dit geval opgelegd worden, een klaver boer niet.

Heeft de speler geen kaart die op de aflegstapel past, dan moet de speler een kaart van de centrale trekstapel pakken. Als deze kaart wel gespeeld kan worden, dan mag de speler deze kaart nog tijdens dezelfde beurt opleggen. Het doel van het spel is om alle kaarten kwijt te raken: de speler die als eerste al zijn kaarten kwijt is, is de winnaar van het spel.

Kaarten met speciale functies

Sommige kaarten hebben een speciale functie in het spel. Het verschilt per regio en per spel welke regels worden toegepast. Daarom is het belangrijk om van te voren te bespreken welke speciale kaarten meespelen in het spel. Hieronder staan de belangrijkste kaarten met speciale functies.

Elke 2: Als een speler een 2 oplegt, moet de speler die daarna aan de beurt is 2 kaarten van de aftrekstapel afnemen. Nadat deze speler 2 nieuwe kaarten heeft getrokken, is hij direct aan de beurt. Als hij dan geen kaart op de aflegstapel kan leggen, moet hij dus nogmaals een kaart van de stapel pakken.
Elke 5: De speler die hierna aan de beurt is moet een kaart opleggen die ook een 5 is, of een lagere waarde heeft. Als hij geen lagere kaart heeft, moet hij een kaart van de aftrekstapel pakken. De volgende speler moet dan een 5 of lager opleggen.
Elke 7: Na het opleggen van een 7 mag de speler nog een kaart opleggen (7 blijft kleven). Als de speler na het opleggen van een 7 niet nogmaals een kaart kan opleggen, moet hij een kaart van de stapel pakken.
Elke 8: De speler die hierna aan de beurt is, moet een beurt overslaan. De volgende speler mag geen kaart opleggen.
Elke 10: De volgende speler moet een kaart opleggen die ook een 10 is, of een hogere waarde heeft. Zo mag de volgende speler bijvoorbeeld een boer of aas opgooien.
Elke boer: De speler mag bepalen welke soort kaart de volgende speler moet opleggen. De speler mag dus kiezen uit harten, schoppen, klaver of ruiten. Een boer mag alleen worden opgelegd, als deze past op de bovenste kaart van de aflegstapel.
Elke aas: De volgorde van het spel wordt omgedraaid. Dus in plaats van dat er met de klok mee wordt gespeeld, wordt het spel juist tegen de klok in gespeeld. Als je Pesten speelt met 2 personen heeft de aas geen speciale functie.
Een joker: De joker is de echte pestkaart van het spel. De volgende speler moet namelijk 5 kaarten van de trekstapel pakken. Daarnaast mag de speler die de joker oplegde, bepalen welke soort de volgende speler moet spelen. De joker mag altijd worden opgelegd, dus ook op een andere joker!

Aanvullende spelregels

In sommige gevallen is het leuk om extra spelregels aan het spel toe te voegen. Daarom hebben we nog een aantal extra regels toegevoegd en extra tips om het spel nog leuker te maken.

Laatste kaart

Wanneer een speler nog maar 1 kaart in zijn hand heeft, moet de speler dit aankondigen. Dit doet de speler door op de tafel te kloppen. Vergeet de speler te kloppen, dan moet hij 2 kaarten van de aflegstapel pakken. Dit is ook het geval als een speler ten onrechte op de tafel klopt; ook dan moet de speler 2 kaarten van de aflegstapel pakken.

Als een speler in 1 beurt meerdere kaarten oplegt, dan moet de speler op de tafel kloppen voordat de laatste kaart wordt opgelegd. Vergeet de speler dit, dan moeten er weer 2 kaarten van de aflegstapel worden gepakt.

Spel beëindigen met een pestkaart

Het is niet mogelijk om het spel te winnen, door als laatste kaart een pestkaart op te leggen. Als een speler een joker als laatste kaart oplegt, dan moet de speler twee kaarten van de aflegstapel pakken. Vaak worden de joker, een 2 en een boer als pestkaart gezien waar het spel niet mee gestopt kan worden. Legt een speler als laatste kaart een 7 op, dan moet de speler nog een kaart opleggen. Pakt hij een kaart van de aflegstapel die toevallig past, dan heeft de speler het spel gewonnen.